De huid kan pigmentstoornissen gaan vertonen. Het kan ofwel gaan om pigmentvlekken, die zich vaak bevinden op de huidzones die blootgesteld zijn aan de zon, ofwel om gedepigmenteerde vlekken. In beide gevallen is aangepaste zonbescherming noodzakelijk om verergering te voorkomen. Het standpunt van een dermatoloog.
Welke symptomen vertonen patiënten met pigmentstoornissen?
Ze hebben vaak pigmentvlekken ten gevolge van blootstelling aan de zon. Als die op de schouders voorkomen, zijn ze het gevolg van zonnebrand. In de laatste maanden van de zwangerschap of door gebruik van anticonceptie kunnen zich in het gezicht gepigmenteerde zones vormen: dit noemen we melasma. Bij sommige patiënten kan de huid ongelijkmatig bruinen, waarbij er zich lichtere vlekken vormen, vaak op de armen. Anderen hebben last van vitiligo, een aandoening waarbij de huid pigment verliest, waardoor zeer witte vlekken op de huid ontstaan.
Hoe leg je deze stoornissen uit aan jouw patiënten?
Ik zeg hen dat deze stoornissen worden verergerd of zelfs veroorzaakt door de zon. Vitiligo is een aandoening waarbij een erfelijk element speelt, maar die sterk wordt in de hand gewerkt door blootstelling aan de zon. Melasma heeft een hormonale oorzaak, maar ook daar is de triggerfactor blootstelling aan de zon. Ik leg hen ook uit dat actinische lentigines een alarmsignaal zijn dat erop wijst dat het "zonnekapitaal" uitgeput is. Elke bijkomende blootstelling maakt ze duidelijker zichtbaar.
Welke zonbescherming raad je hen aan?
Bij vitiligo zijn de witte vlekken niet meer beschermd door pigment, zodat ze niet te veel mogen worden blootgesteld aan de zon. Op de onbedekte delen is een product met zeer hoge bescherming dus een must. Bij melasma raad ik aan om bij de eerste lentezon dagelijks UV-bescherming aan te brengen om te voorkomen dat de vlekken donkerder worden. Bij actinische lentigines moeten alle zonbeschermende middelen worden ingezet: kledij, zonnehoed en beschermende zonneproducten.